Nieuws

News Article

Vertrouwen bouwen: participatie in mobiliteitsplannen

© Tim Buelens

Om alle mobiliteitsmaatregelen op elkaar af te stemmen, maken we niet alleen een globaal mobiliteitsplan, maar ook mobiliteitsplannen voor de verschillende delen van de stad. De opmaak daarvan wordt afgetoetst bij de bewoners. Want zij weten het best wat er in hun omgeving leeft en nodig is. Koen Stuyven, architect bij studiebureau Vectris, begeleidt die opmaak. En hij zag de afgelopen jaren de kijk op het betrekken van bewoners bij mobiliteitsplannen enorm veranderen.

Ondertussen hebben we in Leuven de eerste ervaringen met gelote burgerpanels. Geïnteresseerden worden letterlijk uitgeloot, al houden we hierbij rekening met een juiste verhouding in geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, herkomst en de verschillende wijken. Wat is jouw ervaring daar mee?

Koen Stuyven: "Het grote voordeel van burgerpanels is dat ze bewust heterogeen worden geloot. Er zit een grote diversiteit in. Dat ontbreekt vaak in de klassieke participatiemethodes. Maar de ervaring is nog beperkt. Het is vooral belangrijk dat mensen in die burgerpanels beseffen dat ze er niet zozeer als individu zetelen, maar als collectieve adviseurs van de bevolking. We moeten de deelnemers leren dat alle maatregelen rond mobiliteit samenhangen. Je mag niet alleen op straatniveau denken, maar ook op wijken stadsniveau. Sommige keuzes moeten zelfs op een hoger niveau gemaakt worden, bijvoorbeeld het al dan niet integreren van een fietsnetwerk in je buurt. De deelnemers zijn meedenkende burgers die het bredere beeld hebben. We merken dat mensen soms teleurgesteld zijn over de uiteindelijke keuze, maar wel tevreden over de collectieve ervaring en de fijne dialoog. Het is daarna belangrijk om dat traject terug te koppelen naar een grote groep, zodat alle bewoners de kans krijgen om de plannen te leren kennen. We gaan dat doen tijdens infomomenten in de Leuvense deelgemeenten. En het participatief werken stopt natuurlijk niet eens de mobiliteitsplannen er zijn. De straten en pleinen zelf krijgen daarna vaak een nieuwe invulling, binnen de opgestelde krijtlijnen. Dan betrek je opnieuw een hele buurt, echt op straatniveau. Zo verbreed je die kleine panelgroep opnieuw naar de hele omgeving. Het is een manier van werken die ervoor zorgt dat er vertrouwen groeit."

Hoe zorg je er in die overlegmomenten met burgers voor dat de mobiliteitsplannen stroken met de andere ambities van de stad?

"Het is inderdaad belangrijk om breder te kijken dan de mobiliteit alleen. De ruimtelijke indeling en de mobiliteit zijn een Siamese tweeling. Bij mobiliteitsplannen denken mensen te vaak aan de knelpunten om zich te verplaatsen en niet zozeer aan de verblijfskwaliteit van de straten en pleinen. Meestal zijn er twee à drie vergaderingen nodig om die complexiteit te ontrafelen. En de voorbije jaren hebben nog extra thema’s aan belang gewonnen. Door de klimaatverandering staan ontharding, water en groen mee op de agenda. Al die thema’s bespreken we tijdens de burgerpanels. Maar naast overlegmomenten organiseren met bewoners, laten we hen ook concreet aan de slag gaan met experimenten. Zo gaan we in Kessel-Lo bijvoorbeeld concrete ingrepen uittesten. We weten dan meteen of iets werkt, maar stimuleren ook gedragsverandering. Daarom hebben we in de opmaak van de mobiliteitsplannen voor de deelgemeenten onze studietijd bewust ingekort. We laten ruimte om ingrepen en maatregelen uit te testen en te evalueren. Ik verwacht er veel van."

Hoe krijgen we uiteindelijk iedereen mee? Niet alleen in de opmaak van de plannen, maar vooral daarna. Dreigt er geen kloof tussen mensen die in een stad wonen en daardoor gemakkelijker toegang hebben tot verschillende vervoersvormen en mensen die buiten de stad wonen en vaak afhankelijk zijn van de wagen?

"We hopen dat mensen rondom Leuven massaal de (elektrische) fiets ontdekken. Dat is voor hen een fantastisch alternatief voor de files op de steenweg. Daarnaast moeten we ook verder investeren in kwalitatief openbaar vervoer. Daarvoor heb je het project Regionet dat inspeelt op vlotte verbindingen voor fiets en openbaar vervoer tussen de buurgemeenten en de grote tewerkstellingspolen in onze regio. Als veel mensen de voordelen van de fiets en het openbaar vervoer (her-)ontdekken, worden de wegen rustiger en nemen de files af. En zo blijft alles vlot bereikbaar voor iedereen."

Dit interview verscheen in oktober 2021 in Mozaïek, het stadsvernieuwingsmagazine van Leuven.

pusblished